Zeevissen

Bij zeevissen vis je in zout water, wat zwaardere omstandigheden en andere vissoorten met zich meebrengt. Het materiaal moet bestand zijn tegen corrosie en de sterke stroming. De vistechnieken en het aas verschillen ook: zeevissers gebruiken vaak zwaarder lood en natuurlijk aas zoals zagers of pieren.

Goede plekken om te zeevissen zijn de Noordzeekust, pieren zoals die in IJmuiden en Hoek van Holland, en de deltawateren in Zeeland. Vanaf het strand kun je uitstekend op wijting en bot vissen, terwijl havenhoofden vaak schol, zeebaars of gul opleveren.

Een zeehengel is steviger en langer dan een gewone hengel, vaak tussen 3,6 en 4,5 meter. Voor strandvissen gebruik je een strandhengel met een werpgewicht tot 250 gram, terwijl voor bootvissen kortere en zwaardere modellen ideaal zijn. Let op zoutbestendige ogen en molenhouders.

Populaire aassoorten zijn zeepieren, zagers, mesheften en makreelstukjes. Deze trekken soorten als wijting, bot, schar en zeebaars aan. In de zomer werkt vers aas het beste, terwijl in de winter diepvriesaas zoals spiering of inktvis goed presteert.

Spoel je hengel, molen en lijn altijd af met zoet water na gebruik. Zout veroorzaakt corrosie, dus regelmatig schoonmaken is essentieel. Droog alles goed af en controleer de molen op zand of zoutkristallen. Bewaar je materiaal droog en uit direct zonlicht.

Gebruik een sterke nylon- of gevlochten lijn met een trekkracht van 10 tot 20 kilo, afhankelijk van de omstandigheden. Een nylon lijn heeft rek en is slijtvast, terwijl gevlochten lijnen gevoeliger zijn en beter geschikt voor diepe of ruwe wateren.

Voor zeevissen vanaf het strand of de kust heb je geen VISpas nodig. Op sommige plekken zoals havens of kades kan echter een lokale vergunning vereist zijn. Controleer altijd de regels van de betreffende gemeente of havenmeester om boetes te voorkomen.

Veelvoorkomende zeevissen zijn wijting, schar, bot, zeebaars, makreel en gul. In de zomer trekken tong en harder dichter bij de kust, terwijl in de winter gul en wijting actiever zijn. De beste periode hangt af van het getij en de watertemperatuur.

De opkomende vloed is vaak het meest productief, omdat vissen dan dichter bij de kust komen om te jagen. Ook tijdens schemering of in de nacht is de kans op vangst groter. Controleer vooraf de getijdentabel en kies een moment met rustige golfslag voor optimaal resultaat.

Draag laarzen met grip en let op het getij om niet verrast te worden door opkomend water. Bij vissen op pieren of rotsen is een reddingsvest aanbevolen. Gebruik reflecterende kleding of verlichting bij avondvissen voor zichtbaarheid en veiligheid.