Roofvissen

Onder de categorie roofvissen vallen soorten die actief jagen op prooivis, zoals snoek, snoekbaars, baars en forel. Deze vissen zijn krachtig, hebben scherpe tanden en reageren sterk op bewegend kunstaas. Roofvissen komt zowel in zoet als brak water voor, van polder tot riviermonding.

De juiste roofvishengel hangt af van de vissoort en techniek. Een lichte spinhengel is perfect voor baars en forel, terwijl een stevige jerkhengel of baitcaster beter werkt voor snoek en snoekbaars. Let op het werpgewicht en de lengte: lichte hengels voor klein kunstaas, zwaardere voor grote pluggen of jerkbaits.

Populair kunstaas voor roofvissen zijn spinners, shads, pluggen, jerkbaits en softbaits. Snoek reageert goed op groot, opvallend kunstaas, terwijl baars en snoekbaars vaak beter bijten op subtielere, trillende bewegingen. Wissel kleuren en groottes af afhankelijk van waterhelderheid en jaargetijde.

Spinvissen is een actieve vismethode waarbij het kunstaas constant wordt binnengehaald. Dit kan met spinners of pluggen. Jerkbaitvissen is intensiever, waarbij je het kunstaas korte rukken geeft met de hengel om een prooibeweging na te bootsen. Deze techniek is populair bij snoekvissers door de agressieve aanbeten die het uitlokt.

Gebruik bij voorkeur een gevlochten lijn vanwege de hoge trekkracht en directe beetregistratie. Voeg altijd een fluorocarbon of stalen onderlijn toe om doorbijten te voorkomen. De dikte van de lijn hangt af van de vissoort en het gewicht van je kunstaas – hoe zwaarder het aas, hoe dikker de lijn.

Roofvissen zijn het actiefst bij koeler weer en rond zonsopkomst of zonsondergang. In de herfst bereiden snoeken zich voor op de winter, waardoor ze agressiever jagen. In de zomer werkt vroeg in de ochtend of laat in de avond het best, vooral bij rustig water en minder fel licht.

Roofvissen houden van structuren in het water, zoals waterplanten, brugpijlers, rietkragen of stromingsranden. Hier schuilen ze om onverwachts aan te vallen. Let ook op scholen kleine vis: waar prooivis is, is roofvis in de buurt. In de winter trekken ze vaak naar dieper water of sluizen.

Roofvissen hebben scherpe tanden en haken kunnen gevaarlijk zijn. Gebruik altijd een onthaaktang, visgrip en eventueel handschoenen. Zorg dat je stevig staat aan de oever of boot, en berg haken veilig op. Wees ook voorzichtig bij het terugzetten van vissen om verwondingen te voorkomen.

In Nederland geldt een gesloten tijd voor roofvis van 1 april tot de laatste zaterdag van mei. In die periode mag je niet gericht vissen met kunstaas of dode vis. Verder heb je een geldige VISpas nodig en moet je vissen terugzetten als ze onder de minimale maat zijn.

Onmisbare accessoires zijn een schepnet, onthaaktang, onderlijn, leader en een viskoffer met kunstaas. Een goede polariserende bril helpt om vis te spotten onder water. Voor bootvissers is een fishfinder een waardevol hulpmiddel om diepte en visactiviteit te meten.