Aas en voer

De meest gebruikte aassoorten zijn maden, wormen, mais en casters. Voor kleine witvis gebruik je vaak maden, terwijl brasem en zeelt goed reageren op mais of wormen. In de winter werkt levend aas beter door de lagere watertemperatuur, in de zomer doen zoet geurende aassoorten het vaak goed.

Aas is wat je aan de haak prikt om de vis te vangen, zoals maden of wormen. Voer is het mengsel dat je in het water gooit om vissen naar je stek te lokken. Dit bestaat vaak uit meel, zaden en geurstoffen. Aas vangt de vis, voer houdt ze op de plek en stimuleert actief eetgedrag.

Een goed lokvoer bestaat uit een basis van paneermeel, maïsmeel of beschuitmeel. Voeg daar geurstoffen en eventueel wat levend aas zoals maden aan toe. Maak het voer licht vochtig zodat het langzaam uit elkaar valt in het water. De geur en wolking trekken witvis naar je voerstek en houden ze daar bezig.

Gebruik bij het witvissen kleine hoeveelheden voer verspreid over de sessie. Begin met een paar voerballen om vis te lokken en voeg daarna af en toe wat bij. Overvoeren kan de vis verzadigen waardoor ze minder snel bijten. In koud water voer je minder dan in warm water, omdat vissen dan minder actief zijn.

Witvis reageert sterk op zoete geuren zoals vanille, karamel of scopex. In de zomer werken fruitige aroma’s goed, terwijl in koud water juist kruidige of visachtige geuren aantrekkelijker zijn. Experimenteer met kleine hoeveelheden om te ontdekken welke geur op jouw stek het beste resultaat geeft.

Ja, je kunt eenvoudig zelf witvisvoer maken. Meng paneermeel, polenta, hennepzaad en wat suiker of aroma. Pas de samenstelling aan op de watertemperatuur en stroming: zwaar voer voor stromend water, licht voer voor vijvers. Zelfgemaakt voer is vaak goedkoper en volledig af te stemmen op je visstijl.

Levend aas zoals maden en wormen is ideaal als de vis passief is, bijvoorbeeld bij koud of troebel water. De natuurlijke beweging lokt nieuwsgierige vissen. In warm water of bij veel activiteit kun je ook kiezen voor dood aas of kunstmatig aas met sterke geur, om verzadigde vissen te triggeren tot bijten.

De kleur van het lokvoer moet passen bij de bodem van het water. Donker voer valt minder op in troebel of diep water, licht voer werkt goed in ondiepe vijvers. Zo voelt de vis zich veiliger en blijft langer op je stek. Bij helder water is subtiel voeren en natuurlijke kleurtinten het meest effectief.

Zeker, het combineren van aassoorten kan de vangst verbeteren. Gebruik bijvoorbeeld een worm samen met een made of maiskorrel voor extra aantrekkingskracht. Ook kun je verschillende aassoorten door je voer mengen, zodat vissen meerdere prikkels krijgen en sneller blijven zoeken naar voedsel op je stek.

Bewaar levend aas zoals maden koel en donker, bij voorkeur in ademende dozen. Wormen blijven langer goed in vochtige aarde of turf. Droog voer bewaar je luchtdicht en koel, zodat het zijn geur en structuur behoudt. Vermijd direct zonlicht en vocht om schimmel of uitdroging te voorkomen.