Hengels en molens

De keuze hangt af van je visstijl. Een vaste hengel is ideaal voor stilstaand water en precisievissen op korte afstand. Een feederhengel gebruik je voor verder werpen en vissen met een korfje op de bodem. Een matchhengel is geschikt voor het vissen met dobber op grotere afstanden. Elke hengel heeft zijn eigen actie en gevoeligheid die past bij de vissoort en het water.

Een vaste stok heeft geen molen en is bedoeld voor korte afstanden met lichte dobbers. Je kunt er heel precies mee vissen en direct reageren op beet. Een feederhengel heeft wel een molen en wordt gebruikt om voer en aas verder weg op de bodem te presenteren. De beetregistratie gebeurt via de top van de hengel, die gevoelige trillingen doorgeeft.

Een lichte spinmolen met een soepele slip is het meest geschikt voor witvissen. Kies een model met een maat tussen 1000 en 3000, afhankelijk van de hengel en lijnsterkte. De molen moet soepel draaien, goed uitgebalanceerd zijn en voldoende lijncapaciteit hebben voor de afstand die je wilt vissen.

De actie bepaalt hoe de hengel buigt tijdens het drillen. Een parabolische actie buigt over de hele lengte en is ideaal voor kleinere witvis. Een topactie buigt alleen aan de bovenkant en biedt meer controle bij grotere vissen of stroming. De juiste actie zorgt voor balans tussen kracht en gevoeligheid, afhankelijk van je visdoel.

Voor de meeste situaties is een hengel van 9 tot 13 meter geschikt bij vaste stokvissen. Feederhengels zijn meestal tussen de 3 en 4 meter lang, afhankelijk van de afstand en het water. Voor het vissen op vijvers volstaat vaak een kortere hengel, terwijl je op kanalen of rivieren beter kiest voor meer lengte en bereik.

Gebruik een dunne nylon lijn van 0,12 tot 0,18 mm voor witvissen. Deze biedt voldoende trekkracht en blijft soepel. Voor feeder- of matchvissen kun je ook kiezen voor gevlochten lijn met een nylon voorslag voor meer gevoel. Let op dat de lijn goed past bij de slipkracht van je molen en de sterkte van je hengel.

Een voorste slip is populair bij witvissen omdat deze nauwkeurig af te stellen is. Zo kun je soepel inspelen op onverwachte runs van de vis. Voor beginners is een achterste slip vaak handiger, omdat die sneller te bereiken is tijdens het drillen. Kies altijd voor een molen met een fijne, goed reagerende slipinstelling.

In principe wel, zolang de molen licht en soepel genoeg is. Voor feederhengels kies je liever een molen met meer lijncapaciteit en een krachtige slip. Voor dobberhengels mag het juist een compacter model zijn met minder gewicht. Wie beide technieken vist, kan het beste een allround molen gebruiken met gemiddelde spoelmaat (2500–3000).

Spoel je molen en hengel na elke vissessie af met lauwwarm water en laat ze drogen. Verwijder zand en vuil met een zachte doek. Smeer bewegende delen van de molen jaarlijks licht in met olie. Bewaar je hengel in een foudraal om schade aan ogen en blank te voorkomen, vooral tijdens transport.

Voor beginners is een vaste stok van 7 tot 9 meter met een lichte lijn en een eenvoudige molen (bij voorkeur maat 2000) ideaal. Deze combinatie biedt controle, gevoel en gebruiksgemak. Voeg een dobbermontage toe met maden of mais en je bent klaar om de eerste witvissen te vangen zonder ingewikkelde setups.