Zone 6 - Drijfplanten
Drijfplanten behoren tot de meest veelzijdige vijverplanten. Ze wortelen niet in de bodem, maar zweven los of halfvrij in het water. Daardoor zijn ze eenvoudig te plaatsen en direct effectief. Zone 6 is de plek in de vijver waar deze planten het beste tot hun recht komen: het open wateroppervlak.
Belangrijke functies
Drijfplanten hebben meerdere voordelen voor de vijver. Hun bladeren bieden schaduw, waardoor het water koeler blijft in de zomer en algen minder kans krijgen. Daarnaast nemen de wortels voedingsstoffen op, wat de waterkwaliteit verbetert. Voor vissen creëren ze schuilplaatsen en beschutting, terwijl insecten profiteren van de bloeiende soorten.
Soorten drijfplanten
Er bestaan verschillende soorten drijfplanten die variëren in vorm en functie:
- Kikkerbeet (Hydrocharis morsus-ranae): kleine ronde blaadjes die op miniatuur waterlelies lijken.
- Mozeskruk (Pistia stratiotes): ook wel waterhyacint genoemd, met decoratieve rozetvormige bladeren.
- Azolla (Azolla filiculoides): een varenachtig plantje dat een rood-groene gloed kan geven aan het wateroppervlak.
- Salvinia: compacte drijfvarens die ideaal zijn voor kleinere vijvers en bakken.
Door soorten te combineren, ontstaat een speels en natuurlijk effect op het water.
Gebruik en tips
Drijfplanten zijn eenvoudig in gebruik: leg ze simpelweg op het wateroppervlak en ze verspreiden zich vanzelf. Voor balans is het belangrijk niet meer dan 30 tot 40% van het wateroppervlak te laten bedekken, zodat er voldoende licht en zuurstof overblijft voor vissen en andere planten. Verwijder overtollige planten in de zomer om woekering te voorkomen. In koudere klimaten kunnen sommige soorten als eenjarige worden behandeld of binnenshuis overwinteren.